MARK TURIN Himalaya: een oriëntalistisch sprookje

publications
research
lectures
vitae
links

home

© Mark Turin, 2000

Himalaya vertelt het verhaal van de oude Thinle, leider van een groep ethnische Tibetanen in de Dolpo, een afgelegen regio in Nepal, die leeft van kleinschalige landbouw en de opbrengst van yak karavanen. Na de dood van zijn zoon, de gedoodverfde opvolger van Thinle (ongeval of een moord?), staat er een nieuwe karavaanleider op: Karma, lid van een rivaliserende clan. Er moet snel vertrokken worden naar “het Graanland” (Nepal) om het zout te verkopen, maar Thinle’s kleinzoon is te jong om de karavaan te leiden. Het generatieconflict dat het fundament van de film vormt, tussen jong en oud, moderne leefstijl en traditionele, begint hier. Terwijl Thinle wacht tot de goden het vertreksein geven, besluit Karma meteen de yaks met zakken zouten zuidwaarts over de passen te leiden, om dreigende sneeuwstormen voor te zijn. Thinle en zijn kleinzoon vertrekken samen met de oude garde van het dorp op de door de goden voorbestemde datum. Voor zijn kleinzoon is deze allereerste karavaan zwaar en de kijker leeft met zijn ontberingen mee. Hoewel Karma een voorsprong heeft van enkele dagen, komen beide karavanen tegelijk aan in het dal voor de bergpas: Thinle heeft zijn groep geleid over de gevaarlijke “duivelsroute”, waarbij een van de yaks verongelukt is.

Karma denkt dat de sneeuwstormen nog ver weg zijn, maar Thinle raadpleegt het zout, volgens een oud ritueel. Het zout-orakel voorspelt sneeuw en Thinle vertrekt meteen, de twijfelende Karma achter zich latend. Op de bergpas overvalt de sneeuwstorm Thinle en de zijnen. Vechtend tegen de sneeuw, de vermoeidheid en de ouderdom, leidt Thinle zijn karavaan over de bergpas. Als hij teruggaat om de achterblijvers moed in te spreken, bezwijkt hij. De laatste yaks van zijn karavaan arriveren ongedeerd in het kamp. Wat Karma beschouwde als een kraakheldere hemel, bleek in werkelijkheid de stilte voor de storm. Bij het vallen van de nacht wordt Thinle’s afwezigheid opgemerkt en zijn vrienden ondernemen een vergeefse poging hem in de sneeuw te vinden. Dan komt echter een onverwachte redder: in de ondoordringbare duisternis ontwaren ze Karma die met de uitgeputte Thinle op zijn rug het kamp nadert. Thinle’s bevroren ledematen worden behandeld en het kamp geeft zich over aan een onrustige slaap. Midden in de nacht schiet Thinle wakker en ontwaart zijn schoondochter en Karma in een omarming. Hij reikt naar zijn dolk, maar zijn vrienden manen hem tot kalmte. Met tegenzin geeft hij toe. De ochtend gloort en ook Thinle’s kleinzoon is blij om Karma te zien en ze lopen samen met de karavaan richting de laatste pas. De zieke Thinle wordt ondersteund door zijn vrienden. Op de top van de laatste bergrug zakt hij echter in elkaar. Zijn vrienden willen hem zo snel mogelijk in de vallei in veiligheid brengen, maar Thinle wil op de bergpas blijven om te sterven. Met zijn laatste adem maakt Thinle aan Karma duidelijk dat hij hem alles vergeeft en dat hij van hem verwacht het leiderschap over te nemen. Karma hangt de gebedsvlaggetjes op, zo zijn plichten als nieuwe leider vervullend en de karavaan daalt af naar het “Land van Graan”, het levenloze lichaam van Thinle overlatend aan de aasgieren.

Himalaya is eerder een sprookjesachtige film, geworteld in archetypes, dan een aangrijpend realistisch psychodrama. De beelden zijn een feest voor het oog, zoals men zou verwachten van een sprookje en Himalaya verdient dan ook alleen al voor het camerawerk een internationale prijs. Sterke staaltjes zijn bijvoorbeeld de closeups van de yak caravanen, met stofwolken die van onder het getrappel van de hoeven opstijgen en ‘real-time’ sneeuwstormen. Het strekt de regisseur, Eric Valli, tot eer dat hij zich verre houdt van de cliché panoramische opnames van bergmassa’s en eerder kiest voor het in beeld brengen van het dagelijks leven van de mensen met hun dieren. De film heeft ook een bepaalde waarde als ethnografisch document van de mensen in de Dolpo en hun met uitsterven bedreigde bestaansvorm, dat nog steeds de yak caravaan als middelpunt heeft. In interviews en publicaties heeft Eric Valli uitgelegd dat het op beeld vastleggen van de yak caravanen een van de belangrijkste motivaties was voor het maken van de film.

Sommige kijkers zullen gecharmeerd zijn door de impliciet Boeddhistische boodschap en de vredelievende oplossing van het conflict in de film. De dramatische spanningen tussen oud en nieuw, traditioneel en modern, worden tot een harmonisch einde gebracht, en zelfs Thinle’s dood wordt met emotionele onthechting getoond. De film eindigt met een poëtisch beeld van Thinle’s kleinzoon die voor het eerst in zijn leven een boom ziet - een afsluiting vol symboliek.

Het is echter niet alleen lof die Himalaya toekomt. Voor diegenen die ook maar een beetje bekend zijn met de regio is de eindeloos zwijmelende romantische visie op de levens van spriritueel rijke maar materialistisch eenvoudige Tibetanen ronduit beledigend. Sommige beelden uit de film zouden niet misstaan in een promotie video voor een toeristische trekking agency dat elk stereotype van devote Tibetanen wil bevestigen. Het is vrij ironisch dat Himalaya met klaroengeschal werd binnen gehaald als de eerste Nepalese kandidaat ooit voor een Oscar nominatie, terwijl de financiering, het productie-team en de regisseur Europeanen zijn en de hoofdrollen worden gespeeld door ethnische Tibetanen, sommigen met Indiaas paspoort. Er is feitelijk niets Nepalees aan de film en het land wordt zelfs niet eens genoemd. In dit opzicht heeft Himalaya meer gemeen met andere tibetofiele films zoals Kundun en Seven Years in Tibet (die beiden duizenden kilometers verwijderd van de Tibetaanse hoogvlakte opgenomen werden) dan men in eerste instantie zou verwachten. Hoewel Himalaya tenminste terplekke in de Dolpo gefilmd werd, had het voor de niets vermoedende kijker net zo goed in de Andes kunnen zijn. Het expliciete gebrek aan historische en temporele context resulteert alleen maar in de bevestiging van alle stereotypes die de meeste kijkers zullen hebben over het Oosten, zonder dat er een beetje realisme intraveneus toegediend wordt. De impact van het krachtige thema van de film over het conflict tussen oud en nieuw, modern en traditioneel, wordt tegelijkertijd ondergraven door een oriëntalistische beeldtaal, die de onuitroeibare Himalaya-romantiek reïtereert.


René Huysmans en Mark Turin verrichten beiden taalkundig onderzoek in Nepal via het Himalaya-talenproject van de Universiteit Leiden